Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook [59]trekt hij [60]de machtigen door zijn kracht; [61]staat hij op, zo [62]is men des levens niet zeker. 59. Te weten, onder zijn geweld. Hij spreekt van den goddelozen gewelddrijver. 60. Dat is, die vermogen hebben, of door staat, of door rijkdom, of door vrienden, of door des lichaams sterkte. Vervolgens, de boze tast aan, niet alleen de geringen, armen, verlatenen en zwakken, maar ook die door enig aanzien macht hebben. Vergelijk boven, hfdst.9;24. 61. Dat is, van dat hij des morgens opgestaan is gaat hij voort met zijn moedwil, dat men schade, ja den ondergang te vrezen heeft. Anders, verheft hij zich; te weten, om de machtigen te beschadigen. 62. Hebreeuws, gelooft men niet in het leven. Zie zulk een manier van spreken ook Deut.28:66, zie de aantekening aldaar.